wild zijn op iets of iemand


wild zijn op iets of iemand 1.0

dol zijn op iets of iemand

Algemene voorbeelden


'Ruik eens. Vanille. Dit geeft het hooi zijn geur. Koeien zijn er wild op.'

De man op de Middenweg, Koos van Zomeren,

'Ik ben niet zo wild op die griffermeerden,' zei mijn vader, 'ik zou best op 't gemakkie willen verkassen.'

Het woeden der gehele wereld, Maarten 't Hart,

Bent u ook zo wild op wild?

http://users.skynet.be/colea/WildOpWild.html